Liturgie:Lied 0120

Uit Parwiki

Een korenhalm in weer en wind

1. Een korenhalm in weer en wind
wordt eten voor jou,
wordt brood voor een kind.
We weten ervan
en we eten ervan.
En wie er niet eet,
blijft altijd een kind:
wordt nooit een vrouw,
wordt nooit een man.

2. Een wijnstok op een berg geplant
lest straks weer de dorst
in `t vrolijke land.
We zingen ervan
en we drinken ervan.
En wie er niet drinkt
in `t vrolijke land,
staat aan de kant,
staat aan de kant.

3. Een beker wijn, een schaal met brood,
dat gaf Jezus jou.
Hij redt van de dood.
We breken Zijn brood
en we eten ervan.
We heffen Zijn glas,
we zingen Hem groot.
Hij leve lang,
Hij leve lang!