Liturgie:Lied 1077

Uit Parwiki

Lauda Jerusalem

1. Lauda Jerusalem Dominum,
Roem, Jeruzalem, de Heer,
Lauda Deum tuum Sion.
prijs, o Sion, uw God:
Hosanna! Hosanna! Hosanna Filio David.

2. Quoniam confortavit seras portarum tuarum
Hij versterkt de sluitbalk uwer poorten,
benedixit filiis tuis in te.
zegent in uw midden uw zonen.
<Refrein>

3. Qui posuit fines tuos pacem:
Hij die vrede schept in uw gebied,
Et adipe frumenti satiat te.
u verzadigt met kostelijke tarwe;
<Refrein>

4. Qui emittit eloquium suum terræ:
die zijn aanzegging zendt naar de aarde,
Velociter currit sermo ejus.
hoe haastig rept zich zijn woord.
<Refrein>

5. Qui dat nivem sicut lanam:
De sneeuwvlokken laat dalen als wol,
Nebulam sicut cinerem spargit.
de rijp strooit als dwarrelende as;
<Refrein>

6. Mittit crystallum suam sicut buccellas:
die als scherven zijn ijzel doet vallen.
Ante faciem frigoris ejus quis sustinebit.
Wie kan voor zijn koude bestaan?
<Refrein>

7. Emittet verbum suum et liquefaciet ea:
Zijn bevel zendt Hij en de dooi komt,
Flabit spiritus ejus et fluent aquæ.
zendt de wind uit en de wateren vloeien.
<Refrein>

8. Qui annuntiat verbum suum Jacob.
Jakob heeft Hij zijn woorden onthuld,
Justitias et judicia sua Israel.
Israël het bestel van zijn wetten.
<Refrein>

9. Non fecit taliter omni nationi:
Nooit deed Hij aldus aan een volk.
Et judicia sua non manifestavit eis.
Zijn bestel is anderen verborgen.
<Refrein>