Opslag:Pr 2023-04-08om21.00 Mariakerk

Uit Parwiki

Zaterdag

8 april 2023


Vooravond van Pasen, Verrijzenis van de Heer, Hoogfeest

Lichtprocessie:
Licht van Christus.
Heer, wij danken u. (3x)


Paasjubelzang:
Laat juichen heel het koor van Gods gemeente.
Laat juichen om zo`n grote Koning,
juichen om de overwinning!
Laat de trompetten klinken in het rond!


Lezing 1:
Uit het Boek Genesis Gen. 1,1.26-31a

In het begin schiep God de hemel en de aarde.
God sprak:
Nu gaan wij de mens maken, als beeld van ons,
op ons gelijkend;
hij zal heersen over de vissen van de zee,

de vogels van de lucht,
over de tamme dieren, over alle wilde beesten
en over al het gedierte dat over de grond kruipt
.”
En God schiep de mens als zijn beeld;
als het beeld van God schiep Hij hem;
man en vrouw schiep Hij hen.
God zegende hen en God sprak tot

hen:
Weest vruchtbaar en wordt talrijk;
bevolkt de aarde en onderwerpt haar;
heerst over de vissen van de zee,
over de vogels van de lucht
en over al het gedierte dat over de grond kruipt
.”
En God sprak:
Hierbij geef Ik alle zaadvormende gewassen

op de hele aardbodem aan u
en alle bomen met zaaddragende vruchten;
zij zullen u tot voedsel dienen. Maar aan alle wilde beesten,
aan alle vogels van de lucht
en aan alles wat over de grond kruipt,
aan al wat dierlijk leven heeft
geef Ik het groene gras als voedsel
.”

Zo gebeurde het.
God bezag alles wat Hij gemaakt had
en Hij zag dat het heel goed was.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang 1:
Alles begon met God,
het water en het licht
en de mens en het vuur
en de liefde.
Het begon met God.

1. En de mens met zijn ogen
om de zon te zien
en te wand`len in het licht
in dat licht de and`ren mens te zien

die met hem gaat!
Alles begon met God,
het water en het licht
en de mens en het vuur
en de liefde.
Het begon met God.

2. En de vlam en het vuur
dat ons verlicht en warmt
en het vuur dat brandt
en het kruid dat in de as opschiet,

begon met God!
Alles begon met God,
het water en het licht
en de mens en het vuur
en de liefde.
Het begon met God.


Lezing 2:
Uit het Boek Exodus (Ex. 14,15-15,1)

In die dagen sprak de Heer tot Mozes:
Wat roept gij Mij toch.
Beveel de Israëlieten verder te trekken.
Gij zelf moet uw hand opheffen,
uw staf uitstrekken over de zee en ze in tweeën splijten.

Dan kunnen de Israëlieten
over de droge bodem door de zee trekken.
Ik ga de Egyptenaren halsstarrig maken
zodat zij hen achterna gaan.
En dan zal Ik mij verheerlijken ten koste van Farao
en heel zijn legermacht,
zijn wagens en zijn wagenmenners.
De Egyptenaren zullen weten dat Ik

de Heer ben,
als Ik mij verheerlijk ten koste van Farao,
zijn wagens en zijn wagenmenners
.”
De engel van God
die aan de spits van het leger der Israëlietën ging,
veranderde van plaats en stelde zich achter hen op,
tussen het leger van de Egyptenaren

en het leger van de Israëlieten.
De wolk bleef die nacht donker
zodat het heel die nacht niet tot een treffen kwam.
Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee
en de Heer deed die hele nacht
door een sterke oostenwind de zee terugwijken.
Hij maakte van de zee droog land
en de wateren spleten vaneen.

Zo trokken de Israëlieten over de droge bodem de zee door,
terwijl de wateren links en rechts een wand vormden.
De Egyptenaren zetten de achtervolging in;
alle paarden van Farao, zijn wagens en zijn wagenmenners
gingen achter de Israëlieten aan
de zee in.
Tegen de morgenwake richtte de

Heer zijn blikken
vanuit de wolkkolom en de vuurzuil
op de legermacht van tte Egyptenaren
en bracht ze in verwarring.
Hij liet de wielen van de wagens scheeflopen
zodat ze slechts met moeite vooruit kwamen.
De Egyptenaren riepen uit:“Laten we vluchten voor de Israëlieten,

want de Heer strijdt voor hen tegen ons.”
Toen sprak de Heer tot Mozes:
Strek uw hand uit over de zee
dan zal het water terugstromen over de Egyptenaren
en hun wagens en wagenmenners
.”
Mozes strekte zijn hand uit over de zee
en toen het licht begon te worden vloeide de zee naar haar gewone

plaats terug.
Daar de Egyptenaren er tegen in vluchtten
dreef de Heer hen midden in de zee.
Het water vloeide terug
en overspoelde wagens en wagenmenners,
heel de strijdmacht van Farao die de Israëlieten
op de bodem van de zee achterna waren gegaan.

Niet één bleef gespaard.
De Israëlieten daarentegen waren over de droge bodem
door de zee heengetrokken,
terwijl de wateren links en rechts van hen een wand vormden.
Zo redde de Heer op deze dag Israël uit de greep van Egypte;
Israël zag de Egyptenaren dood op de kust liggen.
Toen Israël het machtige optreden

van de Heer
tegen Egypte gezien had,
kreeg het volk ontzag voor de Heer:
Zij stelden vertrouwen in de Heer en in Mozes zijn dienaar.
Toen hieven Mozes en de Israëlieten
ter ere van de Heer een lied aan.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang 2:
Gloria in excelsis Deo
Eer aan God in den hoge,
et in terra pax hominibus bonæ voluntatis.
en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Laudamus te.
Wij loven U.
Benedicimus te.
Wij prijzen U

Adoramus te.
Wij aanbidden U.
Glorificamus te.
Wij verheerlijken U.
Gratias agimus tibi propter magnam gloriam tuam.
Wij zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Domine Deus, Rex cælestis, Deus Pater omnipotens.
Heer God, hemelse Koning, God, Almachtige Vader,

Domine Fili unigenite, Iesu Christe.
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris.
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Qui tollis peccata mundi, miserere nobis.
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;

Qui tollis peccata mundi, suscipe deprecationem nostram.
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons gebed;
Qui sedes ad dexteram Patris, miserere nobis.
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Quoniam tu solus Sanctus.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Tu solus Dominus.
Gij alleen de Heer.

Tu solus Altissimus, Iesu Christe.
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Cum Sancto Spiritu in gloria Dei Patris. Amen.
Met de Heilige Geest, in de heerlijkheid van God de Vader. Amen.


Epistel:
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome (Rom. 6, 3-11)

Broeders en zusters,
Gij weet toch dat de doop
waardoor wij één zijn geworden met Christus Jezus
ons heeft doen delen in zijn dóód?
Door de doop in zijn dood zijn wij met

Hem begraven,
opdat ook wij een nieuw leven zouden leiden
zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt.
Zijn wij één met Hem geworden door het beeld van zijn dood
dan moeten wij Hem ook volgen in zijn opstanding,
in de overtuiging dat onze oude mens met Hem gekruisigd is;

daardoor is aan het bestaan in de zonde een einde gekomen,
zodat wij niet langer aan de zonde dienstbaar zijn.
Want wie gestorven is
is rechtens vrij van de zonde.
Indien wij dan met Christus gestorven zijn
geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven;
want wij weten dat Christus,

eenmaal van de doden verrezen, niet meer sterft:
de dood heeft geen macht meer over Hem.
Door de dood die Hij gestorven is
heeft Hij eens voor al afgerekend met de zonde;
het leven dat Hij leeft heeft alleen met God van doen.
Zo moet ook gij uzelf beschouwen:
als dood voor de zonde

en levend voor God in Christus Jezus.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Gloria-zang:
1. De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia
Nu breekt de nieuwe lente aan, alleluia
want Jezus, onze koning groot, alleluia
verrees in glorie van de dood, alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia

2. Gij die de vorst van vrede zijt, alleluia
de schepping is om U verblijd, alleluia
De morgen van de eerste dag, alleluia
zijt Gij verrezen uit het graf, alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia

3. De Heer herwon Zijn heerschappij, alleluia

Hij maakt ons in Zijn liefde vrij, alleluia
Hij roept ons naar Zijn paradijs, alleluia
Zijn woord en brood zijn onze spijs, alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia


Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (Mt. 28,1-10)

Na de sabbat
bij het aanbreken van de eerste dag der week
kwamen Maria Magdalena en de andere Maria
naar het graf kijken.

Plotseling ontstond er een hevige aardbeving
en een engel van de Heer daalde uit de hemel,
kwam naderbij, rolde de steen weg
en zette zich daarop neer.
Hij straalde als een bliksemschicht
en zijn kleed was wit als sneeuw.
De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven
en het leven scheen uit hen

geweken.
De engel sprak de vrouwen aan en zei:
Gij behoeft niet bevreesd te zijn;
ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde.
Hij is niet hier,
Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft;
komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft.

Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen:
Hij is verrezen van de doden,
en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien.
Dat had ik u te zeggen
.”
Terstond gingen zij weg van het graf,
met vrees en grote vreugde, en zij haastten zich
het nieuws aan zijn leerlingen over te brengen.

En zie, Jezus kwam hen tegemoet en zei:
Weest gegroet.”
Zij traden op Hem toe,
omklemden zijn voeten en aanbaden Hem.
Toen sprak Jezus tot hen:
Weest niet bevreesd.
Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen
dat zij naar Galilea moeten gaan

en daar zullen zij Mij zien.”
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Geloofsbelijdenis:
Celebrant: Zult U zich te allen tijde verzetten tegen kwaad en onrecht om in vrijheid te leven als kinderen van God?
allen:Ja, dat beloof ik.
Celebrant: Zult U zich verzetten tegen de bekoring van zonde en onrecht, zodat het kwaad zich niet van U meester maakt?
allen:Ja, dat beloof ik.

Celebrant: Zult U de Heer uw God dienen en Hem alleen?
allen:Ja, dat beloof ik.
Celebrant: Gelooft u in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde?
allen:Ik geloof.
Celebrant: Gelooft u in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heer, die geboren is uit de maagd Maria, die geleden heeft,

gestorven en begraven is, die uit de dood is opgestaan en zit aan Gods rechterhand?
allen:Ik geloof.
Celebrant: Gelooft u in de heilige Geest, de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwige leven?
allen:Ik geloof.


Besprenkeling:
1. Doop ons, Heer, in levend water,
open oog en oor en mond;
wie zich baadt in uw genade hoort en
ziet en zingt terstond.

2. Ziende zijn wij blind geboren,
sprekend stom en horend doof,
opgesloten en verloren
in ons donker ongeloof.

3. Uit uw Geest opnieuw geboren
zien wij ver in het verschiet,,
horen wij met eigen oren
hoe wij zingen: `n nieuw lied!


Voorbede:
- dat dit paasfeest, het feest van de verrijzenis van de Heer, ons geloof in het eeuwig leven mag versterken. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat er spoedig vrede in de hele wereld mag zijn. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat alle Christenen ook werkelijk mogen leven zoals de verrezen Heer dat van ons verwacht. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat allen die vandaag geen feest kunnen vieren omwille van ziekte, oorlog, rampen of vervolging de troost van de verrezen Heer mogen ervaren. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.


Offerande:
1. Kondig het aan: de Heer is verrezen,
zeg aan de wereld dat Jezus leeft.
Dit is de weg die Hij heeft gewezen;
dit is de waarheid die Hij geeft;
dit is het leven voor alle eeuwen!
Alleluja! Christus leeft.

2. Zing nu een lied van vreugde en vrede,

zing nu een lied van barmhartigheid.
Alle verdriet en pijn zijn geleden,
al wie verdrukt is wordt bevrijd.
Laat aan wie treuren uw blijdschap weten.
Alleluja! Christus leeft.

3. Leef in uw hart met volle vertrouwen,
hoop op een toekomst voor iedereen,
steun voor wie zwak is, troost voor

wie rouwen,
vriendschap en goedheid om u heen.
Liefde volstaat om een wereld op te bouwen.
Alleluja! Christus leeft.


Bede over gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk.


Sanctus:
Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth.
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Pleni sunt cæli et terra gloria tua.
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge!

Benedictus qui venit in nomine Domini.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge!


Mysterium Fidei:
Pr: Mysterium fidei.
Verkondigen wij het mysterie van het geloof.
All:Mortem tuam annuntiamus Domine,
Heer Jezus, wij verkondigen uw dood,
et tuam resurrectionem confitemur donec venias.
en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt.


Pater Noster:
Pr: Præceptis salutaribus moniti et divina institutione formati, audemus dicere:
Aangespoord door een gebod van de Heer, en door Zijn goddelijk woord onderricht, durven wij zeggen:

All:Pater noster, qui es in cælis:
Onze Vader, die in de hemel zijt.

sanctificetur nomen tuum;
Uw naam worde geheiligd.
adveniat regnum tuum;
Uw Rijk kome.
fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra.
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Panem nostrum quotidianum da nobis hodie;
Geef ons heden ons dagelijks brood

et dimitte nobis debita nostra,
en vergeef ons onze schulden
sicut et nos dimittimus debitoribus nostris;
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
et ne nos inducas in tentationem;
en breng ons niet in beproeving,
sed libera nos a malo.
maar verlos ons van het kwade.


Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen


Agnus Dei:
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona nobis pacem.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede


Communielied (1):
1. U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.
Uit een blinkend stromen daalde d`engel af,
heeft de steen genomen van `t verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.


2. Zie Hem verschijnen Jezus, onze

Heer,
Hij brengt al de zijnen in Zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren blijd` en welgezind
en zegt telken kere: `Christus overwint!`
U zij de glorie, opgestane Heer
U zij de victorie, nu en immer meer.


Communielied (2):
1. `t Is Pasen en de zonne zendt weer levendoende kracht,
het nieuwgeboren groen omtrent, dat in de weiden wacht.
Geen oude wet, geen zurend brood, geen zonde meer die het leven doodt.
`t Is Pasen, `t is Pasen verrijzen wij met God, verrijzen wij.

2. `t Is Pasen en verrijzenis, zingt elk vol dankbaarheid
omdat de Heer verrezen is, die wierd in het graf geleid,
Geen oude wet, geen zurend brood, geen zonde meer die het leven doodt.
`t Is Pasen, `t is Pasen verrijzen wij met God, verrijzen wij.

3. Verrijzen wij met Hem weerom, de

winter is voorbij,
de zomer is daar wellekom, met God verrijzen wij.
Geen oude wet, geen zurend brood, geen zonde meer die het leven doodt.
`t Is Pasen, `t is Pasen verrijzen wij met God, verrijzen wij.


Zegen:
pr: Ite Missa est, alleluia, alleluia.
all:Deo gratias, alleluia, alleluia.


Moge de verrezen Heer ons aller leven leiden.

Zalig Pasen!