Opslag:Pr 2024-04-26om18.30 Parochiezaal-show

Uit Parwiki


ChurchSlide Presentatie

Vrijdag

26 april 2024


Jeugdkoor
repetitie

junioren

Lied 1

1. God kent jou vanaf het begin
Helemaal van buiten en van binnenin.
Hij kent al je vreugde en al je verdriet
Want hij ziet de dingen die een ander niet ziet.
En weet je wat zo mooi is
Bij Jezus voel je je vrij
om helemaal jezelf te zijn
want Hij houdt van jou
Ja, Hij houdt van jou
Ja, Hij houdt van jou en mij.

Lied 1 (2)

2. God kent jou vanaf het begin
Helemaal van buiten en van binnenin.
Hij kent al je vreugde en al je verdriet
Want hij ziet de dingen die een ander niet ziet.
En weet je wat zo mooi is
Bij Jezus voel je je vrij
om helemaal jezelf te zijn
want Hij houdt van jou
Ja, Hij houdt van jou
Ja, Hij houdt van jou en mij.


3. God kent jou vanaf het begin
Helemaal van buiten en van binnenin.
Hij kent al je vreugde en al je
verdriet
Want hij ziet de dingen die een ander niet ziet.
Hij ziet de dingen die een ander niet ziet,
Hij ziet de dingen die een ander niet ziet.

Lied 2

1. Heel gewoon zoals ik ben
ben ik een kind van de Here God.
Heel gewoon zoals ik ben
ben ik een kind van God.
Als ik lach maak ik God blij.
Als ik huil dan troost Hij mij.
Voel ik me goed of juist heel rot.
Ik blijf een kind, een kind van God.

2. Heel gewoon zoals ik ben
ben ik een kind van de Here God.
Heel gewoon zoals ik ben
ben ik een kind van God.
Als ik lach maak ik God blij.
Als ik huil dan troost Hij mij.
Voel ik me goed of juist heel rot.
Ik blijf een kind, een kind van God.

Lied 2 (2)

3. Heel gewoon zoals ik ben
ben ik een kind van de Here God.
Heel gewoon zoals ik ben
ben ik een kind van God.
Als ik lach maak ik God blij.
Als ik huil dan troost Hij mij.
Voel ik me goed of juist heel rot.
Ik blijf een kind, een kind van God.

Lied 3

1. Weet je dat de Heer is opgestaan?
Heb je hem vandaag al ontmoet?
Kijk, de steen ligt bij het graf vandaan,
Schrik maar niet, want alles is goed!
Roep het door de straten van de stad,
laat het horen aan de mensen op het plein:
Jezus leeft! Hij leeft, zeg weet je
dat?
Weet je dat Hij altijd dicht bij jou wil zijn?


2. Kijk je kunt er zo naar binnen gaan;
in het graf waar Hij was gelegd.
Zoek hier niet, de Heer is opgestaan,
`t Is precies als Hij had gezegd.
Roep het door de straten van de stad,
laat het horen aan de mensen op het plein:
Jezus leeft! Hij leeft, zeg weet je dat?
Weet je dat Hij altijd dicht bij jou wil zijn?

Lied 3 (2)

3. Weet je dat de Heer is opgestaan?
Ja Hij leeft, geloof het of niet.
Hoor je wel, Hij noemt gewoon je naam.
Kom bij Hem met al je verdriet.
Roep het door de straten van de stad,
laat het horen aan de mensen op het plein:
Jezus leeft! Hij leeft, zeg weet je dat?
Weet je dat Hij altijd dicht bij jou wil zijn?


Lied 4

Ja is ja, nee is nee
beloofd is beloofd
Jezus wil je helpen
als jij in Hem gelooft (2x)


1. Hij is een God van liefde
Hij houdt heel veel van jou
Hij zal je nooit verlaten
Want Hij is altijd trouw
Ja is ja, nee is nee
beloofd is beloofd
Jezus wil je helpen
als jij in Hem gelooft (2x)


2. Ook wij moeten dit leren
Om altijd trouw te zijn
En doen wat we beloven
Dat geldt voor groot en klein
Ja is ja, nee is nee
beloofd is beloofd
Jezus wil je helpen
als jij in Hem gelooft (2x)


Lied 5

1. I am an instrument of the living God
My life a melody to His name
More than the songs I sing
Worship is everything
I live to glorify my King
Hear the song of my life
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound
I raise this anthem high
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound

Lied 5 (2)

2. Through all the mire and clay
You`re washing me with grace
You carry me, oh Lord, through it all
So I will testify even in the fire
I live to praise my Savior
Hear the song of my life
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound
I raise this anthem high
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound


3. Let everything that has breath
Praise the Lord, Praise the Lord
And all creation will sing Hallelujah
Hear the song of my life
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound
I raise this anthem high
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound


Lied 6

Neem je kroon en zet hem op,
trek je nieuwe kleren aan,
want je bent een kind van God,
in Mijn koninkrijk voortaan.


1. Als je in Mij wilt geloven,
als je Mij je Vader noemt,
dan zal Ik jouw leven maken
zoals Ik het heb bedoeld.
Neem je kroon en zet hem op,
trek je nieuwe kleren aan,
want je bent een kind van God,
in Mijn koninkrijk voortaan.

Lied 6 (2)

2. Ik wil samen met jou wonen
in Mijn hemels koninkrijk.
Wil je Mij jouw liefde tonen,
daarmee maak je Mij zo blij?!
Neem je kroon en zet hem op,
trek je nieuwe kleren aan,
want je bent een kind van God,
in Mijn koninkrijk voortaan.


Lied 7

1. O Surrexit Christus, Alleluia
O cantate Domino, Alleluia.

2. O The Lord is risen, Alleluia
O Sing out and praise the Lord, Alleluia

Lied 8

1. Ik heb een plekje voor Jezus.
De deur zet ik open voor Hem.
Hier in mijn hart mag Hij wonen.
Hij weet zo precies wie ik ben.
Kom bij me binnen, Heer Jezus, Jezus, Jezus.
Kom bij me binnen, Heer Jezus.
Ja, U bent welkom, Heer.


2. Ik heb een plekje voor Jezus.
Hij vindt me beslist niet te klein.
Hij maakt het vrolijk van binnen.
Wat vuil was, is nu schoon en rein.
Kom bij me binnen, Heer Jezus, Jezus, Jezus.
Kom bij me binnen, Heer Jezus.
Ja, U bent welkom, Heer.

Lied 8 (2)

3. Heb jij een plekje voor Jezus?
Precies wie je bent is okee!
Doe dan je hart voor Hem open.
En zing het gewoon met ons mee...
Kom bij me binnen, Heer Jezus, Jezus, Jezus.
Kom bij me binnen, Heer Jezus.
Ja, U bent welkom, Heer.


Lied 9

1. Kijk eens Maria, hier in mijn handen
iets wat ik U nog geven moet
Dit is een kaars om bij u te branden
en die wil zeggen: “Wees gegroet” (2x)


2. O alstublieft, onthoud alle dagen
dat `k met dit kaarsje bij U kwam
Als ik U later ooit iets kom vragen
denk dan Maria aan die vlam (2x)


3. Want het is nooit op aarde vernomen
Moeder in de geschiedenis
dat er een mens tot U is gekomen
die niet getroost vertrokken is (2x)

Lied 10

1. Jest zakątek na tej ziemi, gdzie powracać każdy chce
Er is een plek op deze wereld waar ieder wil terugkeren
Gdzie króluje Jej Oblicze, na Nim cięte rysy dwie.
waar haar Beeld regeert met twee diepe sneden erop
Wzrok ma smutny, zatroskany, jakby chciała prosić cię,
Zij heeft een droevig, bezorgd gezicht alsof zij je wil vragen
Byś w matczyną Jej opiekę oddał się.
je aan haar moederlijke zorg toe te vertrouwen.
Madonno, Czarna Madonno, Jak dobrze Twym dzieckiem być!
Madonna, Zwarte Madonna hoe goed is`t Uw kind te zijn
O, pozwól, Czarna Madonno, wramiona Twoje sie skryć!
Och, laat mij, Zwarte Madonna in uw armen geborgen zijn.

4. Er`s een plek op deze aarde, waar de deur steeds open staat.
Waar Maria onze Moeder vraagt of jij er binnengaat.
Waar je t`recht kunt met je zorgen, met je vreugde en verdriet.
Leg het zacht neer bij Madonna. Zing dit lied:

Madonna, Zwarte Madonna, hoe goed is`t Uw kind te zijn.
Och, laat mij, Zwarte Madonna, bij U steeds geborgen zijn.

Lied 10 (2)

5. In haar armen vind je steeds rust en bescherming tegen kwaad,
omdat zij voor al haar kind`ren haar hart steeds weer spreken laat.
Wanneer jij haar dan je hart schenkt zal zij zorgen ook voor jou.
Zing, ter eer, dit lied voor Onze Lieve Vrouw.

Madonna, Zwarte Madonna, hoe goed is`t Uw kind te zijn.
Och, laat mij, Zwarte Madonna, bij U steeds geborgen zijn.

Lied 11

Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore


1. Halleluja, Gij goede God, Gij Schepper
Halleluja, voor zon en maan en sterren,
Halleluja, voor zee en continenten,
Halleluja, hoe groot en goed zijt Gij, Heer!
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore

Lied 11 (2)

2. Halleluja, voor licht en schemerdonker,
Halleluja, voor dagen en voor nachten,
Halleluja, voor alle jaargetijden,
Halleluja, hoe groot en goed zijt Gij, Heer!
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore


3. Halleluja, voor wolken, wind en regen
Halleluja, voor bronnen die
ontspringen,
Halleluja, voor velden vol van koren.
Halleluja, hoe groot en goed zijt Gij, Heer!
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore

Lied 11 (3)

4. Halleluja, voor al uw hoge bergen,
Halleluja, voor weiden, bossen,
dalen,
Halleluja, voor schaduwrijke bomen,
Halleluja, hoe groot en goed zijt Gij, Heer!
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore


5. Halleluja, de vogels laat Gij zingen,
Halleluja, de vissen laat Gij spelen,
Halleluja, voor alle, alle dieren,
Halleluja, hoe groot en goed zijt Gij, Heer!
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore

Lied 11 (4)

6. Halleluja, want Gij, Heer, schiept de mensen,
Halleluja, zij beelden uit uw liefde,
Halleluja, voor ieder volk op aarde,
Halleluja, hoe groot en goed zijt Gij, Heer!
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore


7. Halleluja, Gijzelf zijt mens geworden,
Halleluja, voor Jezus onze Broeder,
Halleluja, zijn naam mogen wij dragen,
Halleluja, hoe groot en goed zijt Gij, Heer!
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore

Lied 11 (5)

8. Halleluja, Hij heeft tot ons
gesproken,
Halleluja, Hij is voor ons gestorven
Halleluja, om ons is Hij verrezen,
Halleluja, hoe groot en goed zijt Gij, Heer!
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore
Laudato si, o mi Signore


Lied 12

1. U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.
Uit een blinkend stromen daalde d`engel af,
heeft de steen genomen van `t verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.


2. Zie Hem verschijnen Jezus, onze
Heer,
Hij brengt al de zijnen in Zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren blijd` en welgezind
en zegt telken kere: Christus overwint!
U zij de glorie, opgestane Heer
U zij de victorie, nu en immer meer.


3. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig
leeft,
die mij heeft genezen, die mij vrede geeft?
In Zijn goddelijk wezen is mijn glorie groot;
niets heb ik te vrezen in leven en in dood,
U zij de glorie, opgestane Heer
U zij de victorie, nu en immermeer.

Lied 13

1. Er is zo weinig tijd, er zijn zo weinig dagen
Mijn hartje slaat maar enkele slagen
`t klopt onrustig en moede voort
zoekend tot het rust vindt in U, Heer
U neemt mij mee, naar de andere kant
achter U aan, ren ik naar de hemel
U neemt mij mee, naar de andere kant
achter U aan, ren ik naar de hemel


2. Het valt me niet meer zwaar nu ik weet
dat op `t eind U Heer op me wacht
Ook al zijn er vele moeilijke dagen
`k Kom steeds een dagje dichter bij de Hemel!
U neemt mij mee, naar de andere kant
achter U aan, ren ik naar de hemel
U neemt mij mee, naar de andere kant
achter U aan, ren ik naar de hemel

Lied 13 (2)

3. Tak jest mało czasu, mało dni
Er is zo weinig tijd, er zijn zo weinig dagen
Serce bije tylko kilka chwil
Mijn hartje slaat maar enkele slagen
Niespokojnie czeka, wierci się
`t zoekt onrustig en woelt rond
Kiedy w końcu Ty przytulisz je
tot uiteindeijk U zich erover ontfermt
Tak jest mało czasu, mało dni
Er is zo weinig tijd, er zijn zo weinig dagen
Serce bije tylko kilka chwil
Mijn hartje slaat maar enkele slagen
Nie wiem czy Cię poznam, ale wiem
Ik weet niet of ik U zal kennen, maar wel
Że na pewno Ty rozpoznasz mnie
dat U mij zeker herkent.
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel

4. Nie jest wcale ciężko kiedy wiem
Het is helemaal niet zwaar als ik maar weet
Że na końcu drogi spotkam Cię
dat aan `t einde van de weg ik U ontmoet
Chociaż było tyle trudnych dni
Ook al waren er moeilijke dagen
Codzień bliżej nieba warto żyć
dagelijk dichter bij de hemel maakt het de moeite waard
Tak jest mało czasu, mało dni
Er is zo weinig tijd, er zijn zo weinig dagen
Serce bije tylko kilka chwil
Mijn hartje slaat maar enkele slagen
Nie wiem czy Cię poznam, ale wiem
Ik weet niet of ik U zal kennen, maar wel
Że na pewno Ty rozpoznasz mnie
dat U mij zeker herkent.
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel

5. Mijają godziny, mija czas
De dagen gaan voorbij, de tijd vergaat
Szukam Cię na niebie pośród gwiazd
ik zoek U in de hemel tussen de sterren
Nie wiem czy Cię poznam, ale wiem
Ik weet niet of ik U zal kennen, maar wel
Że na pewno Ty rozpoznasz mnie
dat U mij zeker herkent.
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel

Lied 14

1. Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta.
Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt.
Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga,
zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta.
Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij.
Heer, ik bid U, blijf mij nabij.

2. `k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd,
eeuw`ge Zoon van God, die mens werd zoals wij.
U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons:
één met God de Vader en verenigd met uw volk;
tot de dag gekomen is van uw
wederkomst,
dan brengt U ons thuis in Gods rijk.

Lied 14 (2)

3. Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw.
Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart.
En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer;
zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los.
Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd
en in uw vergeving leef ik nu.

4. Vader van het leven, ik geloof in U.
Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U.
Kom hier in ons midden, Geest van liefd` en kracht,
U die via duizend wegen ons hier samen brengt;
en op duizend wegen zendt U ons weer uit,
om het zaad te zijn van Gods rijk.

Lied 14 (3)

5. Wierzę w Ciebie Panie coś, mnie obmył win,
Ik geloof in U Heer, die mijn schulden hebt vergeven
Wierzę, że człowiekiem stał się Boży Syn
Ik geloof dat Gods Zoon mens geworden is
Miłość Ci kazała krzyż na plecy brać,
De liefde gebood U om het kruis te dragen
W tabernakulum zostałeś aby z nami trwać
In het tabernakel wilt u onder ons verblijven
Jesteś przewodnikiem nam do wieczności bram
U bent onze gids naar de poort van de eeuwigheid
Tam przygarniesz nas do siebie.
Daar zult U zelf ons omhelzen.

Lied 14 (4)

6. Tyś jest moim życiem, boś Ty żywy Bóg,
U bent mijn leven, want U bent de levende God.
Tyś jest moją drogą, najpiękniejszą z dróg.
U bent mijn weg, de allermooiste weg.
To jest moją prawdą, co oświeca mnie,
Het is de waarheid die mij verlicht
Boś odwiecznym Synem Ojca, który wszystko wie.
U bent de eeuwige Zoon van de Vader, die alles weet.
Nic mnie nie zatrwoży już wśród najcięższych burz,
Niets zal mij deren in de zwaarste stormen
Bo Ty Panie jesteś ze mną.
want U Heer bent bij mij.

Lied 14 (5)

7. Tyś jest moją siłą, w Tobie moja moc,
U bent mijn kracht, in U vindt ik mijn sterkte
Tyś jest mym pokojem w najburzliwszą noc,
U bent mijn rustplaats in de onweersnacht,
Tyś jest mym ratunkiem, gdy zagraża los,
U bent mijn redding, als mijn leven bedreigd wordt
Moją słabą ludzką rękę ujmij w swoją dłoń.
Neem mijn zwakke mensenhand in uw hand.
Z Tobą przejdę poprzez świat w ciągu życia lat
Met U samen ga ik heel mijn leven door deze wereld
I nic złego mnie nie spotka.
Niets slechts zal mijn overkomen.

Lied 14 (6)

8. Tobie Boże miłość, wiarę swoją dam.
Voor U Heer is mijn liefde, U geef ik mijn geloof
W Tobie Synu Boży ufność swoją mam.
In U, Zoon van God, stel ik mijn vertrouwen.
Duchu Święty Boże w serce moje zstąp
Heilige Geest, kom in mijn hart
I miłości Bożej ziarno rzuć w me serce w głąb.
Goddelijke liefde, zaai het graan in mijn hart.
W duszy mojej rozpal żar, siedmioraki dar,
Ontsteek het vuur in mijn ziel, de zevenvoudige gave
Daj mi stać się Bożą rolą.
Laat mij doen wat God van me wil.

Lied 15

1. Witaj pokarmie w którym niezmierzony
Geprezen zij het voedsel waarin de
Nieba i ziemie Twórca jest zamkniony
onmetelijk Schepper van hemel en aarde bevat ligt.
Witaj napoju zupełnie gaszący
Geprezen de drank dat ons geestelijk verlangen
Umysł pragnący
volledig vervult

2. Witaj krynico wszystkiego dobrego
Gegroet bron van alle goeds
Gdy bowiem w sobie masz Boga samego
dat God zelf in zich bevat
Znasz ludziom wszystkie jego wszechmocności
Gij kent alle mensen in uw alwetendheid
Niesiesz godności
Gij omvat alle waardigheid

3. Witaj z niebiosów manno padająca
Gegroet, gij manna dat uit de hemel regent
Rozkoszny w sercu naszym smak czyniąca
dat in ons hart een verrukkelijk smaakt
Wszystko na świecie co jedno smakuje
Alles wat smaak heeft in deze wereld
W tym się najduje
is hierin te vinden

4. Witaj rozkoszne z ogrodu rajskiego
Gegroet gij verrukkelijke vrucht van de boom
Drzewo owocu pełne żywiącego
des levens uit de paradijstuin
Kto cię skosztuje śmierci się nie boi
Wie ervan eet, vreest de dood niet meer
Choć nad nim stoi
ook al staat hij voor je

5. Witaj jedyna serc ludzkich radości
Gegroet vreugde van elk mensenhart
Witaj strapionych wszelka łaskawości
Gegroet troost van alle bedrukten
Ciebie dziś moje łzy słodkie szukają
Vandaag zoeken mijn tranen naar U
K` Tobie wołają
naar U verlangen zij