Eerste plannen
|
Houten noodkerk uit 1892, binnenzicht
|
Rond 1880 ontstond het plan voor een kerkgebouw in Meers. De stenen waren reeds gebakken toen de Maas overstroomde en de stenen onbruikbaar maakte. In 1892 wordt de houten noodkerk gebouwd en kapelaan Genabet uit Elsloo leest er de eerste Mis. Dopen, trouwen en begraven gebeurt nog in Elsloo. De kerk heeft de status van kapel.[1]
|
De bouw van de kerk
Rond 1909 is het houten gebouw bouwvallig en besluit men tot de bouw van de kerk. Meers wordt nog geen zelfstandige parochie.
In het Liber Memorialis, blz. 150-151 van Elsloo schreef pastoor Thissen:
In dit jaar (1910) werd de nieuwe Kerk te Groot Meers gebouwd: de oude houten kapel was bouwvallig en moest noodzakelijk vernieuwd worden. Een paar mannen uit Groot Meers, de Heren M. Vaessen en M? Janssen gingen naar Luik tot de Heer Wouters, eigenaar van het Kasteel te Stein en riepen zijne bijzondere hulp in. Deze beloofde zooveel te geven als de inwonders van Meers te samen.
Daarna heb ik in mijn hoedanigheid als pastoor mij tot de Heer Wauters [2] gewend en hem in verbinding gesteld door zijne zuster Mevrouw Terwaque met zijn Hoogw. H. Bisschop. Na den dood van Mijnheer Wauters beloofde Mevrouw Terwaque eene gift van 20.000 francs mits het plan goedgekeurd door haren overleden broeder zou worden uitgevoerd. Door verschillende verwikkelingen en tegenwerking van eenige drijvers uit Grote Meers die den baas wilden spelen werd de bouw enige maanden vertraagd, terwijl Mevrouw als conditie er had bijgevoegd dat nog in hetzelfde jaar de Kerk moest gebouwd worden. Het gevolg van dit alles was, dat nadat de moeilijkheden uit den weg waren geruimd onmiddellijk tot de aanbesteding moest worden overgegaan en er geen tijd overbleef om à tête reposée (= in rustig overleg) eenige wijzigingen aan te brengen. Alleen werd door Z.D.H. (= bisschop) de opmerking gemaakt, dat door de architect de trap was vergeten die naar den toren moest leiden. De aannemer met architect en de commissieleden meenden evenwel dat men deze kosten moest sparen en men gemakkelijk met behulp van een paar ladders in den toren kon klimmen. Ik heb mij hierbij neergelegd en ontving de goedkeuring van Z.D. Hoogwaardigheid.
De aanneming had plaats op 2 mei 1910 door de Heer Turlings te Schilberg (Echt) voor de som van 12.600 fl. De eerste steenlegging volgde op Kermiszondag onder de het octaaf van het H. Sacrament (= 29 mei 1910) door ondergetekende pastoor, daartoe gemachtigd door Z.D. Hoogw., die insgelijks de machtiging had verleend om de plechtige wijding te doen op Donderdag voor het Kerstfeest (= 22 december 1910) en om de staties op te richten op 4 januari 1911. De Kerk is toegewijd aan den H. Joseph.
|
|
|
Eerste steen (32x30 cm), tot 1934 in de buitengevel, nu rechts in de hal
|
Architect Egide Joosten, aannemer J. Turlings. Volgens de overlevering is degene die op de spits van de toren staat korte tijd later doodgevallen van de toren.
|
Op naar een zelfstandige parochie
Op 11 oktober 1921 wordt emeritus-pastoor N. Erkens hulppriester in Meers. Op 20 november 1921 begint de bouw aan de pastorie. Intussen wordt ook een openbare lagere school gebouwd die bij de ingang van het schooljaar 1922-23 in gebruik wordt genomen. Op 16 oktober 1924 wordt het hoofdaltaar door Mgr L. Schrijnen, bisschop van Roermond, gewijd. Op 2 februari wordt de eerste en dan enige torenklok ingezegend, die een jaar later al vervangen dient te worden.
Intermezzo: overstroming 1925-26
Overstroming 1926. Een van de weinige foto's van de kerk vóór de uitbreiding.
|
|
|
Zelfstandig
Op 4 augustus 1931 vertrok oud-pastoor N. Erkens en werd de eerste pastoor benoemd A.H.M. (Max) Leesens uit Horst. Hij had zijn taak, het voorbereiden van de stichting van een nieuwe parochie, met glans vervuld.
Op 22 januari 1932 werd de parochie St. Jozef (toen St. Joseph geschreven) officieel opgericht met Max Leesens als eerste pastoor.
De oprichting van de parochie had veel tijd gekost m.n. omdat het bisdom bang was voor de levensvatbaarheid. Door de aanleg van het Julianakanaal in 1926 lag Meers immers aan de "andere kant". Deze nieuwe natuurlijke grens en nieuwe school zorgde ervoor dat de gehuchten Maasband, Veldschuur en Kleine Meers -die bij Stein hoorden- nu samen met Grote Meers -dat altijd bij Elsloo gehoord had- één nieuwe parochie konden vormen. Jarenlang speelden hier nog heel wat gevoeligheden tengevolge van deze samenvoeging. In 1932 werd de openbare school overgedragen aan het kerkbestuur.
Uitbreiding van de kerk
Ontwerp van de kerkuitbreiding van 1932. De uitbouw is de geplande sacristie. Deze is aan de andere kant van de kerk gebouwd. De wijzerplaten ontbreken en de kerk op de achtergrond is een fantasietje.
|
In 1934-1935 werd de kerk uitgebreid. De bouwvergunning werd verleend op 2 mei 1934. De architect was Clemens Hardeman uit Oldenzaal. In juni 1935 was het gebouw klaar. De inrichting kwam klaar in het voorjaar van 1936 en op 15 augustus werd de vergrote kerk ingewijd door Mgr. Lemmens, bisschop van Roermond.
|
Pastoorlijst Meers
Zie: Pastoorslijst Meers
Voetnoten
- ↑ Carry W. Zijlstra-van Dijk, Parochie St. Jozef Meers 1932-1982. Dagboeknotities van de Meerser Pastoors... en Vijftig jaar Kerkelijk Zangkoor 'St. Caecilia', uitgave parochie St. Jozef, Meers.
Carry W. Zijlstra-van Dijk, Zestig jaar parochie St.-Jozef Meers, uitgave parochie St. Jozef, Meers.
- ↑ Edward Jozef Telemachus Wauters, heer van het kasteel in Stein, overleed op 68-jarige leeftijd te Luik op 24 maart 1909.
|