Allerheiligen en allerzielenvieringen
Allerheiligen en allerzielen worden op vrijdag 1 en zaterdag 2 november gevierd. De vooravond van Allerheiligen is op donderdag 31 oktober om 18:00 u in de St. Jozefkerk. Op vrijdag 1 november Allerheiligen is de H. Mis zoals op zondag om 11:00 u in de Mariakerk. Wij vieren 1 november als hoogfeest, die dag worden er ook geen Uitvaarten gedaan.
De allerzielenviering, waarna gravenzegening is op zondag 3 november in Elsloo om 14.30 uur in de Mariakerk en in Meers om 16.00 uur.
Allerheiligen en allerzielen, beschouwing
Op 1 en 2 november staan in de vieringen van de Kerk onze overleden broeders en zusters centraal.
Met Allerheiligen vieren wij het feest van hen die nu reeds bij God zijn. Velen van hen kennen wij met naam: Maria, de apostelen, de heiligen. Maar ontelbare anderen, allicht ook verwanten en dierbaren hebben reeds hun einddoel bereikt en zijn gelukkig bij God. Het zijn de mensen tegen wie de Heer gezegd heeft: "Treed binnen in de vreugde van uw Heer." (Mt. 25,21).
Met Allerzielen bidden wij voor onze overledenen, met name voor hen die nog uitgezuiverd dienen te worden van kwaad dat hen aankleeft. Voor hen kunnen we enkel bidden en offeren. De H. Schrift verwoordt dit in 2 Mac. 12,45, waar zij spreekt over de vrome Judas Maccabeüs, die een offer liet opdragen voor zijn soldaten die gesneuveld waren: "Bovendien overwoog hij, dat voor degenen die godvruchtig ontslapen een heerlijke beloning is weggelegd; inderdaad een heilige en vrome gedachte! Daarom liet hij voor de overledenen een zoenoffer opdragen, opdat ze van hun zonde zouden worden vrijgesproken."
De komst van God (een Allerzielenoverweging)
Wij moeten voor God, onze Rechter verschijnen, en wel de een na de ander. De een na de ander zullen wij zijn heilig, vorsend oog te doorstaan hebben. Wij bevinden ons hier nog in een wereld van schaduwen. Wat wij zien is niet wezenlijk. Deze wereld zal plots uit elkaar vallen en verdwijnen, en Hij die ons maakte zal te voorschijn treden. En dit eerste verschijnen zal dan niets anders zijn dan een persoonlijk contact tussen de Schepper en elk schepsel. Hij zal ons aankijken en wij zullen opkijken naar Hem. Zo zal onze eerste ontmoeting met God even plots als doordringend zijn. "Gij weet zelf heel goed" zegt Sint-Paulus, "dat de Dag des Heren komt als een dief in de nacht" (I Thes. 5, 2). (Newman, P.S., V, 1, 4-5)
Gebed voor onze overledenen.
Heer, Uw woord leert ons dat het een heilzame gedachte is om voor de overledenen te bidden. Daarom bidden wij nu in liefde voor hen die onder ons gewoond hebben en die Gij tot U geroepen hebt. Wil met hen handelen, niet naar de strengheid van Uw rechtvaardigheid, maar naar de goedheid van Uw barmhartigheid. Verleen hen de toegang tot het hemels vaderhuis. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Amen.
St. Willibrord (ca 658 - 739)
Willibrord werd in 658 in Northumbrië, een koninkrijk in het noordoosten van Engeland, geboren. Volgens de overlevering ging hij als heel jong kind nog voor zijn zevende als oblaat naar het naburige klooster Ripon, waar hij een behoorlijke vorming genoot onder de abt H. Wilfrid.
Rond zijn twintigste verhuisde hij naar het klooster Rathmelsigi in Ierland om zijn opleiding te voltooien. De abt H. Egbert wist zijn medebroeders enthousiast te maken voor missie in overzeese heidense gebieden.
In 690 landde Willibrord met 12 gezellen op de kust van West-Friesland, tegenwoordig heet dat Holland. Vanaf dat moment was hij heel actief in het verkondigen van het geloof. De taalbarrière was gering, het Fries dat er gesproken werd was nauw verwant met zijn moedertaal. Verbazingwekkend zijn de afstanden die in die tijd werden afgelegd. Zijn belangrijkste uitvalsbases waren Utrecht, Antwerpen en Echternach. In Antwerpen kreeg hij na enkele jaren een kerkje van de Frankische heerser Rohingus. In 695 reisde hij naar Rome waar paus Sergius I hem tot bisschop wijdde en hem de naam Clemens gaf.
Met de hulp van der rijke Frankische edelvrouw de H. Irmina van Oeren (+ ca 708) stichtte hij in 698 de abdij van Echternach en vele andere kerken en kloosters. Dank zij Pepijn II van Herstal kon hij in Utrecht het St. Maartensklooster en de St. Salvatorkerk bouwen.
Hij hield zelf toezicht op al deze stichtingen en visiteerde de kloosters heel frequent. Na de dood van Pepijn in 714 moest hij uitwijken naar Echternach vanwege de opstand onder de Fries Radboud. Deze verwoestte een groot deel van het werk dat Willibrord tot dan toe gedaan had. Het is waarschijnlijk in deze periode dat zijn werk in Zeeland en Brabant te plaatsen valt.
Een missie naar Denemarken en Helgoland kreeg geen poot aan de grond.
De laatste jaren van zijn leven verbleef hij in Echternach. Daar stierf hij op 80-jarige leeftijd uitgeput van zijn werk voor het evangelie.
Hij is de patroon van Luxemburg en van de Nederlandse kerkprovincie (vanaf 1939). Hij is de patroon van talrijke plaatsen en kerken.
Wij vieren hem op 7 november.
Doopvieringen:
De gezamenlijke doopvieringen voor de volgende maanden zijn, telkens op zondag: 10 november, 8 december, 15 december, 12 januari, 9 februari en 9 maart om 14:00 uur in de St. Augustinuskerk en om 15:00 uur in de St. Jozefkerk. De gezamenlijke voorbereidingen zijn, telkens op dinsdag: 5 november, 3 december, 5 november, 7 januari, 4 februari en 4 maart om 20:00 uur in Parochiezaal, Bandkeramiekersstraat 2, Elsloo. Opgave bij de pastoor of via onze website.
Wij feliciteren de dopeling uit de afgelopen tijd en zijn ouders:
In Elsloo: Joah Loi, Burg. de Witstraat 17.
Wij condoleren de families van hen die gestorven zijn:
In Elsloo: Harrie Mevissen (72 j), Burg. Fredrixstraat 13.
Ziekencommunie:
In Elsloo: op donderdagochtend 7 november.
In Meers: op dinsdagavond 5 november.
|