1 Oude geschiedenis
|
Waarschijnlijk is Elsloo vanaf de komst van de Bandkeramiekers rond 4000 vóór Christus blijvend bewoond geweest tot en met de Romeinen toe, die tot ± 450 na Christus Zuid-Limburg beheersten.
De eerste Christelijke missionarissen waren lekenapostelen, m.n. de Romeinse soldaten waren de eerste geloofsverspreiders. In Tongeren en Maastricht is al vroeg sprake van een Christengemeente. Servatius, afkomstig uit het huidige Turkije, was de eerste bisschop van Maastricht. Hij stierf kort na 384. Tot zijn gebied behoorde ook Elsloo.
De H. Lambertus verkondigde het geloof in Luik, Brabant en Limburg. Hij werkte samen met de H. Willibrordus, stichter van o.a. de abdij te Susteren. Lambertus was de laatste bisschop van Maastricht en werd rond 708 in Luik vermoord. Zijn opvolger de H. Hubertus liet in 720 de overblijfselen van de H. Lambertus naar Luik brengen en vestigde daar de bisschopszetel. Zo ontstond het bisdom Luik.
Parochies, zoals wij ze nu kennen, zijn pas na 800 ontstaan onder het bestuur van Karel de Grote. Elsloo behoorde oorspronkelijk tot het dekenaat Susteren, dat 78 parochies telde en dat zich vanaf Meerssen tot Roermond uitstrekte. Tot 1840 behoorde de parochie Elsloo bij het bisdom Luik. Daarna behoorde het bij het apostolisch vicariaat Roermond, dat in 1853 het bisdom Roermond werd. Intussen hoort Elsloo bij het dekenaat Sittard.
|
2 Eerste kerkje.
Rond 650 werd Elsloo Christen en werd er een houten hulpkerkje gebouwd, later vervangen door een stenen gebouw. Hiervan is echter niets meer te vinden. In 1108 wordt melding gemaakt van een heer van Elsloo. In 1121 week Andries van Kuik, proost van St. Lambertus, uit naar het kasteel, na de moord op Frederik van Namen, bisschop van Luik. In 1105 vinden we de eerste vermelding van een kerk in de kroniek van de abdij van St. Truiden. Deze kerk was eigendom van deze abdij.
Deze kerk zou bij het kasteel gelegen hebben in het Maasdal. De Maas stroomde toen westelijker, dichtbij Kotem. Een belangrijk deel van het toenmalige Elsloo lag, in de huidige Maasbedding.
3 Overstroming en tweede kerk.
|
Bij een zware overstroming van de Maas in 1459 zijn de toenmalige kerk, het kasteel en een groot deel van het dorp in de Maas verdwenen. Bij zeer lage waterstanden van de Maas (in de zomer) zijn de restanten hiervan nog zichtbaar. Na deze gebeurtenis werd een nieuw kerk(je) gebouwd boven op de berg, dwars voor de huidige kerk. Het priesterkoor lag op de plaats van de huidige grote grafkapel. De kerk had een ingang opzij richting Dorpstraat. Deze kerk was toegewijd aan de H. Augustinus van Hippo. Welke namen de vorige kerken gehad hebben is onbekend. De kerk van 1459 werd ingewijd op het feest van St. Dionysius, 9 oktober, vandaar de originele kermisdatum van Elsloo op de zondag voor het feest van St. Dionysius.
De kerk uit 1459 was een gotische kerk, in mergel en zandsteen opgetrokken, ze was 14,7 x 7,6 meter. In de loop der tijd werden de muren bouwvallig en werden zij overeind gehouden door stutten. De toren leek op de St. Martinustoren uit Stein. In 1588 was al sprake van de slechte toestand van het bouwwerk en wendde graaf de Gavre zich al tot koning Filips de Tweede om de schout, de schepenen, de kerkmeesters en de gemeente voor de Raad te dagen om hen te dwingen om het bouwwerk op te knappen. In 1621 liet Jan Conincx, een rijke Maasschipper, Fl. 50,- na om de fundamenten te repareren. Ook liet hij de ramen op het priesterkoor herstellen. In 1700 werd er een sacristie gebouwd met mergelblokken uit Valkenburg. In 1744 moest het priesterkoor gerepareerd worden. Buiten een altaar en een doopvont, dat nog steeds gebruikt wordt, waren er vrijwel geen meubelen in deze kerk.
|
Wij lezen over deze oude kerk in de kroniek van Peter Trecpoel (1442-1509) uit Beek:
In den jaer ons Heren MCCCCLIX due waert die nuwe kyrck te Elsloe erstwerff getymmert inde begonnen daer sy nu steyt. Inde sy wert erstwerff geconsacreert gewyt inde gebenedyt in den jaer voers. van LIX op synte Dyonysii dach. Inde die alde kyrcke, die plach te staen er dese neuwe kyrck getymmert waert, die stondt by der Borch; mer die Mase hadde sy bynae al te zamen ewech gedreven.[1]
In modern Nederlands:
In het jaar onzes Heren 1459 werd de nieuwe kerk van Elsloo gebouwd en begonnen waar zij nu staat. Zij werd geconsacreerd en gezegend in de loop van het jaar 59 op het feest van St. Dionysius. De oude kerk, die er stond voor deze kerk gebouwd werd, stond bij de burcht, maar de Maas heeft ze samen bijna helemaal weggespoeld.
|
|
4 De bouw van de huidige kerk.
Tijdens een onweer in de nacht van 20 op 21 april 1843 werd de toren getroffen door de bliksem en viel door het dak van de kerk en vernielde de pastorie. Op 22 november 1843 werd het besluit genomen om een nieuwe kerk te bouwen. Bij de afbraak van de ruïne in 1849 bracht het gebouw nog geen honderd gulden op. Op 6 juni 1848 werd de eerste steen voor deze kerk gelegd. De parochie telde toen 1150 zielen. De kerk werd gebouwd in de Oreanshof naast de pastorie en vlak bij de oude kerk, maar haaks op de richting van de vorige kerk. Dit is dezelfde plaats die in de legende van de heilige pelgrim Winandus wordt aangeduid als Orientshof. Dit alles gebeurde onder het pastoorschap van Petrus Willems (30 oktober 1839 tot 1883).
De architect was Jean Dumoulin, uit Maastricht. De bouw werd op 8 mei 1848 voor notaris J.W. Boots te Amby gegund aan Leonard Muysers, aannemer uit Roermond, voor Fl. 8.875,00. De daum van ingebruikname is niet precies bekend. De inscriptie in de steen boven de ingang noemt het jaar 1849. Van de oude kerk bleef slechts de grafkelder van de grafelijke familie de Geloes over. Deze familie betaalde Fl. 2000.- voor de bouw van de nieuwe kerk onder voorwaarde dat zij een begraafplaats zouden krijgen voor haar en haar nakomelingen. Na nog een tegemoetkoming voor de armen, voor kerkmeubilair en het hoofdaltaar, werd dit verzoek ingewilligd. De grafkapel is dus een rest van het koor van de oude kerk. In de kelder liggen vijf familieleden d'Arberg begraven. Onder leiding van pastoor Petrus Willems en kapelaan Jozef Smeets gingen de parochianen aan de slag. De brikken werden gebakken bij de Driekuilen, nog bekend als de brikkenhook. Bij het tegenwoordige kasteel werd de vijver uitgegraven voor de grondstof. Het houtwerk, eikenhout, werd geschonken door de Geloes en de Wit, vader van de latere burgemeester. De Naamse steen in de toren is afkomstig van het oude kasteel van Geulle. De steen rond de communiebank is van Duitse herkomst.
De zwart-wit-rode marmeren ster op het priesterkoor werd financieel gesteund door de kapelaan, die zelfs te voet tot Den Bosch hotelgasten hiervoor afging voor een bijdrage. Op 13 mei 1849 was de kerk al in gebruik, terwijl ze pas op 9 juli 1855 door mgr. Paredis werd geconsacreerd. Een eik geschonken door de Geloes en twee eiken door Eduard Wouters uit Stein werden gebruikt voor het vervaardigen van de banken. In 1874 werd het orgel geplaatst door de firma Pereboom & Leyser, orgelbouwers te Maastricht, in een oudere orgelkast van rond 1800. Een niet-katholieke douane, Servé, vervaardigde uit een boomstam het grote St. Augustinusbeeld.
Op 4 oktober 1892 brak er een binnenbrand uit in de kerk. Het hoofdaltaar werd helemaal vernield. Het plafond was zwart geblakerd.[2]
|
|
|
|
De klokkenverdieping van de toren werd in 1862 toegevoegd en bevat een door Johannes van Venlo gegoten klok uit 1480.
De traditie wil dat de bovenkant van deze fraaie toren met vier wachters en galerij gebaseerd is op de toren van de in 1837 afgebroken St. Nicolaaskerk in Maastricht gelegen aan het Onze-Lieve-Vrouweplein. De bouwmeester van de St. Augustinuskerk, Dumoulin, was in ieder geval afkomstig van Maastricht en de gelijkenis is treffend.
|
5 De St. Augustinuskerk, nu.
De kerk is in 1963-65 gerestaureerd. Vanaf 1993 zijn er heel wat inventarisstukken en kunst teruggehaald, gerestaureerd of bijgeplaatst in de kerk. In 1998 is het huidige hoofdaltaar geplaatst (film hierover) en in 2000 is de kerk binnen geschilderd en alle meubilair gerestaureerd (film hierover). Dit alles is door onze eigen vrijwilligersgroep gebeurd. In 2009-2010 is het dak van het schip met de verankeringen in de muren, de mergellaag onder de goten en het voegwerk in een zeer grote restauratie hersteld. In 2015 is de hele toren grondig gerestaureerd.
6 Restauraties 2010-2011 en 2015-2016
In 2010-2011 zijn de dakconstructie en muren van het schip van de kerk grondig onder handen genomen. (Een uitgebreide beschrijving volgt nog).
In 2015 is de toren opnieuw gevoegd, is de hele kap grondig opgeknapt, alleen de belangrijkste balken zijn behouden gebleven, ook zijn de buitenmuren van de galerij en wachters volledig afgebroken en opnieuw opgebouwd.
De grote wijzerplaten van 180 cm diameter zijn vervangen door kleinere van 100 cm diameter die passen in de originele hardstenen ringen waarin ook de oude wijzerplaten geplaatst waren. Deze zijn aan de achterkant van gedegen waterafvoeren voorzien. (Wij vermoeden dat de eerdere wijzerplaten zo groot gemaakt waren om inwatering te voorkomen.)
Achter ieder van de vier wachters zijn er inspectieluiken gemaakt zodat deze vier "dode hoeken/ruimtes" toegankelijk zijn voor inspectie en reparatie.
7 Archiefbeelden
8 Literatuur
Gedenkboek, uitgegeven bij het 100-jarig bestaan van de kerk van Elsloo. 1849-1949, heruitgave door Heemkunde Vereniging "Maasstreek", Elsloo, 1985 ISBN 90 70692 03 1
9 Voetnoten
- ↑ J. Habets, [P. Trecpoel], Chronijk der landen van Overmaas en der aangrenzende gewesten door eenen inwoner van Beek bij Maastricht, 1275-1507, = Publications de la société historique et archéologique dans le duché de Limbourg, VII, 1870, blz. 18.
- ↑ Liber Memorialis, 92.
Verder ontbreekt elke informatie hierover.
|