Kruisverheffing

Uit Parwiki

St. Augustinuskerk

Vrij kort nadat het Christendom de vrijheid gekregen had in 313 werd in het jaar 324 onder leiding van keizerin Helena, de moeder van keizer Constantijn (+337)m het kruis waaraan Jezus stierf gevonden in Jeruzalem.[1] Helena liet in Jeruzalem opgravingen uitvoeren, waarbij volgens de overlevering drie kruizen gevonden werden. Niemand was in staat om uit te maken welk van deze drie het kruis van Jezus was. Een adellijke vrouw uit de stad was op dat moment stervende en de bisschop van Jeruzalem liet nu één voor één de kruizen over haar heen leggen. De eerste twee kruizen hadden geen effect op haar. Bij het derde kruis sloeg zij haar ogen open en bleek was zij ogenblikkelijk weer gezond. Zo bleek dat het derde kruis het kruis van Jezus was.
Dit gebeurde op 14 september 324.
Op de plaats op het heuveltje Golgotha waar het kruis gestaan moet hebben werd de H. Grafkerk (Martyrium genaamd) gebouwd. Ook werd er een grafkamer ontdekt. Op de plaats van de grafkamer werd de basiliek van de verrijzenis (Anastasis genaamd) gebouwd. Beide kerken werden ingewijd op 14 september 335. Ieder jaar vond daar op 14 september het feest van kerkwijding van beide kerken plaats.

Volgens de overlevering werd het kruis bij het vieren van de kerkwijding omhoog geheven (verheven) en aan het volk getoond. Het volk zong dan: 'God zij dank gebracht!'[2]
Het feest van Kruisverheffing vindt zijn oorsprong in dit feest van kerkwijding van deze kerken, op de verjaardag van de terugvinding van het kruis, met het unieke gebruik om het kruis op te heffen en aan het volk te tonen.
De oorspronkelijke kerken, die vrijwel tegen mekaar aanlagen, zijn verwoest en vanaf de tijd van de kruistochten vervangen door één kerk die het hele gebied van Golgotha en graf bedekt. In de loop der eeuwen is daar uiteraard het nodige aan verbouwd en veranderd.
Het gevonden kruis werd door de heilige Helena in stukken verdeeld. Een groot deel bleef in Jeruzalem en twee andere delen schonk zij aan Constantinopel en Rome.[3]
Vanaf de tijd van de kruistochten werden de kruisrelieken over heel wat kerken verspreid en daarmee verspreidde zich ook het feest van de Kruisverheffing. Het werd m.n. gevierd op de plaatsen waar de relieken terechtkwamen.
Het tonen van het kruis als teken van de verlossing door Jezus verspreidde zich uiteindelijk in hele Kerk. De katholieke Kerk en een deel van de Orthodoxe kerk vieren de Kruisverheffing op 14 september. Een ander deel van de Orthodoxe kerk viert de Kruisverheffing in lijn met de Juliaanse kalender op 27 september. Op de dag van het feest wordt er in de orthodoxe kerken gevast. Het feest van Kruisverheffing vestigt de aandacht op het lijden en kruisdood van de Heer als instrument van onze verlossing.
In onze kerk is er aansluitend op het feest van de Kruisverheffing, op 15 september, is de gedachtenis aan het lijden van Maria: de gedachtenis van Onze Lieve Vrouw van Smarten.
In de katholieke Kerk heeft het feest als het op zondag valt voorrang op de normale zondagsliturgie.

Voetnoten

  1. Het eerste bericht hierover dateert uit 325 en is van Eusebius van Caesarea (265-339).
  2. Een kort verslag over dit feest is te vinden in de zogenaamde Peregrinatio of Itinerarium Egeriae, een reisverslag van een bedevaart naar Jeruzalem en het H. Land van rond 380, vermoedelijk geschreven door een zekere Egeria of Etheria.
  3. In Rome is de huidige basiliek Santa Croce in Gerusalemme gebouwd rond de kapel die Helena in haar paleis liet bouwen en waar de kruisreliek bewaard werd.